‘A unique experience in aviation’ was de klinkende titel die de leidinggevenden van de Limburgse afdeling van CPL te lezen kregen op de eerste slide bij de firma Droneport (www.droneport.eu).
De heer Mark Vanlook, General Director van Droneport, startte zijn presentatie voor de 37 deelnemers met enkele markante cijfers. Naast het hoofdgebouw, Campus genaamd, beschikt de firma Droneport nog over een gedeelte Aerospace Industry, Technology Industry, The Cage en meerdere hangars. De totale oppervlakte bestrijkt 475 ha waarvan 3 km runway.
Na de interessante intro volgde een uitgebreide rondleiding in de vier verdiepingen tellende Campus. Vanuit de luchtverkeerstoren, die 24/7 wordt bemand, ging het verder naar de verdieping voor start up bedrijven, de ateliers, de meeting rooms en tot slot op het gelijkvloers de cuisinedie 7/7 voor het grote publiek geopend is. Net zoals tal van andere moderne bedrijven investeert Droneport in het welzijn van haar personeel door een eigen (top)keuken aan te bieden. De hangars op het terrein fungeren als garage voor het stallen van vliegtuigen van klanten. In de nabije toekomst zullen bijkomende hangars worden gebouwd.
Droneport ligt in een “luchtbubbel” van ca 650 meterhoog en haar verkeerstoren bewaakt het luchtverkeer conform de strenge Belgische wetgeving (2016). Sinds eind 2018 geldt een aangepaste wetgeving waardoor Droneport de toestemming heeft om ook ’s nachts te testen, drones pakjes te laten verplaatsen, meerdere drones simultaan te laten vliegen, etc. Deze testzone gecombineerd met bemande luchtvaart is uniek in België. Voor demonstraties met drones voor scholen en geïnteresseerd publiek is er the Cage, een ruimte van ca 300 m² en 10 meter hoog.
Dat wetgeving onontbeerlijk is blijkt uit het feit dat er in België maandelijks 2000 à 3000 drones worden verkocht. België telt een 600-tal officiële piloten waarvan ongeveer een derde voor professionele doeleinden vliegt. In het wetgevende kader is er meer ruimte voor de politiediensten voorzien om de orde te handhaven of de criminaliteit te bestrijden.
Momenteel geldt in elk Europees land de nationale wetgeving, doch Europa streeft ernaar om een uniforme wetgeving te hanteren.
De duizenden soorten drones die er over de hele wereld bestaan kunnen in een 4-tal categorieën worden ingedeeld: militair, commercieel, overheid en plezier. Net door die diversiteit aan drones en door de commerciële mogelijkheden zijn bedrijven erin geslaagd om de belangrijkste functie van een drone, zijnde vliegen, te koppelen aan andere objecten en/of functies. Zo bestaan er I-phones die in een I-drone veranderen, drones om op bloemen te landen, spindrones, duikbootdrones, autodrones, containerdrones, warehousedrones en ga zo maar door. Indien het in de (nabije) toekomst de bedoeling zou zijn om drones tal van activiteiten te laten overnemen, dan kan dit nooit met bijhorende piloten. Dat spreekt voor zich. Drones zullen met andere woorden fungeren als robotten die onderling met elkaar moeten communiceren. Menselijke handelingen komen daar niet meer in voor. We spreken dan over the internet of the flying things. Onbemande vliegtuigen/drones die onderling vliegregels bepalen om de vliegveiligheid te verzekeren. Zodra auto’s kunnen vliegen en iedereen zijn pizza via drone aan huis bestelt, zullen duidelijk afgebakende regels een conditio sine qua non worden om ongelukken te vermijden. De grote vraag die hierbij rijst is of de maatschappij deze manier van leven zal aanvaarden. Zal deze overload aan technologie sociaal worden aanvaard? En wat met de tewerkstelling?
De interessante namiddag werd door het merendeel van de deelnemers afgesloten in de cuisine.