Hoe dicht staan we vandaag bij de drone als alledaagse bouwhelper? Het lijdt geen twijfel dat er wellicht een markt is voor een robot, in casu een drone, die verschillende taken op een werf op zich kan nemen. Het oppikken van (vergeten) gereedschap, het inschatten van workloads, het tillen van materialen, het uitsparen van stellingenbouw, … EUKA en WTCB publiceerde recentelijk een haalbaarheidsstudie die alle aspecten van een dergelijke ‘bouw-assistentie drone’ moet belichten.
Binnen een haalbaarheidsstudie gaan de projectpartners op zoek naar de meest economisch en maartschappelijk verantwoorde innovatieve toepassingen voor een bepaalde sector. Nieuwe ontwikkelingen of technieken worden verzameld, uitgelegd en tegen het licht gehouden om op die manier hun potentieel op korte of lange termijn te kunnen bepalen. Deze publicatie is het resultaat van een door het VLAIO (Vlaams agentschap Innoveren & Ondernemen) gesubsidieerd VIS-project, ondersteund door een gebruikersgroep bestaande uit BAM, Besix, Democo, Vinçotte, Code Gorilla, DroneMatrix en de Confederatie bouw Limburg.
Door middel van vijf concrete cases werd er onderzocht wat de concrete noodzaak en toegevoegde waarde van drones als hulpmiddel in de bouw is. Het gaat dan over drones als transportmiddel, drones als inventarisatie-instrument, drones als inspectie-tool, een spuitdrone en bewaking enbeveiliging met een drone. Binnen elke case werd er op zoek gegaan naar antwoorden op vragen zoals: “kan er een betaalbare oplossing in de markt gezet worden na de investeringskosten in een innovatietraject?” of “biedt die oplossing dan ook daadwerkelijk een efficiëntie-winst en economisch voordeel bij gebruik?”
Als algemene conclusie van deze studie werd geconcludeerd dat op korte termijn vooral een drone als inventarisatie-instrument en als inspectie-tool veel potentieel vertoont. Maar ook een spuitdrone en drones voor bewaking en beveiliging blijken interessant, echter dan op langere termijn.
De studie maakt duidelijk dat al deze trajecten pas echt kans maken op slagen zodra een aantal randvoorwaarden vervuld zijn. Zo dient artificiële intelligentie (AI) en machine learning duidelijk verder geïntegreerd te worden in (a) de drones om slim te kunnen omgaan met continu veranderende omgevingen zoals bouwwerven en (b) de verwerking van de gegenereerde gegevens om de nuttige gegevens (half-) automatisch uit de modellen en beelden te halen.
Ook de aandrijving van de drones dient verder geoptimaliseerd te worden om langere vluchten te kunnen uitvoeren. Tot slot – maar misschien wel de belangrijkste randvoorwaarde – dient ook de wetgeving en wetgever mee te gaan in het verhaal van autonome en BVLOS-vluchten. Op dit moment zijn dergelijke autonome vluchten niet toegelaten, hetgeen een belangrijke beperkende factor vormt voor de uitrol en integratie van drones in de bouwsector. Pas als autonome en BVLOS-vluchten toegelaten worden, zullen drones echt op grote schaal en op een financieel rendabele manier in de bouwsector ingezet kunnen worden.
Gelukkig lijkt de nakende Europese wetgeving hier openingen te laten. De kennis is ook in België aanwezig, zowel in de bouw- als in de dronesector, om deze zaken aan te pakken en efficiënte oplossingen te creëren. Het zal echter aan de Belgische wetgever zijn om deze opportuniteiten ook echt te grijpen en België zo via toepassingen in de bouwsector een ware voortrekker van de Europese drone-industrie te maken.
U kan de volledige publicatie downloaden op de website van EUKA of via https://www.euka.org/publicaties/